Therapeutisch model

Na deze uitstap naar mijn therapeutische reiservaringen wil ik belichten hoe Gestalt omgaat met de existentieel gezien onmogelijke opgave van het aanbieden van een therapeutisch model.

Gestalttherapie is, zoals elke vorm van psychotherapie, vanuit existentieel gezichtspunt een vorm van bedrog. Het is inherent aan het bedrijf zelf. Er wordt vanuit een gekozen levensbeschouwelijk en theoretisch model een definitie of diagnose geformuleerd van het probleem. Hiermee geven we het probleem, de cliënt, het systeem of het veld een essentie. Zodra we meegaan in een definiëring van verandering of we dit nu oplossing, verwerking, integratie, groei, creatieve aanpassing of 'zelf' noemen, veronderstellen we dat er 'iets' is wat kan veranderen. We gaan er ook vanuit dat er met betrekking tot dit 'iets' een meer optimale positie mogelijk is. Het lijkt zo voor de hand liggend en logisch. Een alternatief is niet direct voorhanden. We lijken niet anders te kunnen. Desalniettemin staan we voor het tegenstrijdige gegeven dat het zijn in de wereld, de existentie door haar aard niet aan te pakken is in een psychotherapeutische behandeling. Het valt zelfs niet te integreren in een therapie. Elke toepassing brengt een vorm van bedrog met zich mee.

Als een therapeut zich deze zijnskwestie realiseert zal het niet mogelijk zijn om deze naast zich neer te leggen. Het zal ten diepste doorwerken in het therapeutisch contact. Therapie is zichtbaar geworden als een zeer oppervlakkig, misleidend en bedrieglijk spel. Existentiële psychotherapie bestaat per definitie niet. Een aanvullende cursus existentiële psychotherapie zal geen uitkomst bieden. Er is geen manier om beter therapie te geven. Een goede therapie betekent in feite een goed geslaagd bedrog voor zowel de cliënt als de therapeut. Er is een geslaagde illusie neergezet van verbetering vanuit een voor waar aangenomen beschrijving van de werkelijkheid. Een indrukwekkende en charismatische therapeut die in zichzelf gelooft en bewondering van zijn cliënt oogst zal deze van de ene droom (of nachtmerrie) in slaap sussen met een andere. Het is een blinde die een blinde geleidt.

Onzekerheid voortkomend uit een niet-weten vormt een essentieel element in de psychotherapeutische ontmoeting. Deze vormt op indirecte wijze een indicatie voor de openheid van het contact. Een therapeut zal een hoge mate van onzekerheid moeten kunnen dragen (Yalom, 1989). In het artikel 'De pijn van een verlangen dat zich niet realiseren kan' (Gestalt, tijdschrift voor Gestalttherapie nr 5, 1998) geeft Veronique Vermeir deze basis heel mooi weer in de zinsnede: "Elke therapeut realiseert .. zich ... om uiteindelijk stamelend achter te blijven in de leegte, waar het hier-en-nu zich altijd weer aan zijn meesterschap onttrekt.". Onzekerheid kan gezien de paradoxale aard ervan, niet worden geleerd. Het is geen kunstje. Een cursus "Omgaan met je onzekerheid" is een onmogelijkheid. Het enige waar we als therapeut alert op kunnen zijn is dat, als we ons niet onzeker voelen in het werk, het tijd wordt om er bij stil te staan hoe we onszelf voor de gek houden. Zodra we gaan geloven in onze aanpak, ons mensmodel onze diagnostiek en onszelf, houden we onszelf voor de gek en bieden de cliënt een illusie.

Als ik Gestalttherapie vanuit het existentiële kader bekijk, zie ik een verwantschap ten aanzien van het niet doelgerichte en de openheid ten opzichte van wat zich voordoet. Een Gestalttherapie structureert net als alle therapieën, het spel van therapeut en cliënt. Het uitgangspunt van de ontmoeting impliceert dat wat er gebeurt verder open ligt. Er wordt van tevoren geen beeld gevormd van wat er in het proces naar voren moet komen. Het hier en nu, altijd nieuw en onverwacht, wordt als het ware verwelkomd. Het hier en nu, het contact, is niet meer dan het ongewisse van het moment zelf. Deze procesmatige benadering minimaliseert een beschouwing van de cliënt, de relatie, het systeem of het veld als gediagnosticeerd object.

Gestalt staat in feite haaks op het gebruik van Gestalttherapeutische technieken. Gestalt is aanwezig zijn, in het hier en nu. Voor het aanwezig zijn kan niet iets gedaan worden. Al het 'doen' is spel en existentialistisch gezien een manier om jezelf en de ander een rad voor ogen te draaien. Aangezien niet iets doen onmogelijk is en bovendien onverkoopbaar, zijn we gedoemd tot het doen van iets. Gestalttherapeuten doen bijvoorbeeld experimenten met behulp van Gestalttechnieken. In feite zeggen deze echter niets over het contact zelf.

Wat onderscheidt Gestalt dan nog in positieve zin van andere benaderingen? Is het de theorie of de visie die de therapeut heeft? Ook hiervoor geldt dat kaders zoals het "hier en nu-" concept, het Gestaltformatieproces e.d., ontmoeting in de weg staan. Gestalt is niet terug te vinden in theorie of visie. Literatuur kan in dat opzicht gerust of zelfs beter overgeslagen worden. Gestalt is in wezen ontmoeting en over ontmoeting kan niets worden gezegd. Ontmoeting wordt ervaren als kaders wegvallen. Dit gebeurt bijvoorbeeld op een moment dat de therapeut het niet weet en de cliënt radeloos is. Dat is een moment in de therapie waarop het existentiële zijn ervaren wordt. Het is niet een verdienste van de Gestalttherapeut of van een Gestalttechniek dat dit gebeurt. Het is een moment van ervaren zoals dat in elke therapie en elk contact aanwezig kan zijn. Er bestaat geen techniek uit de Gestalttherapie of welke therapie dan ook, die dit kan bewerkstelligen.